"Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster"
(Openbaring 22: 16)
Zo eindigt de Bijbel, waarin God Zijn bewogen relatie heeft geschetst met de mensheid in het algemeen,
en met Israël en de gemeente in het bijzonder.
Gods wegen leiden naar de glorieuze verschijning van de Heer Jezus.
Voor Israël is Hij de wortel en het geslacht van David.
Hij is de Messias die straks zal zitten op de troon van Zijn vader David en
zal stralen als de zon in het Vrederijk.
Die troon staat opnieuw in Jeruzalem, de stad van de grote Koning.
Voor ons, de gemeente, is Hij de blinkende morgenster, die straalt kort voordat de zon opkomt.
Wij hebben dus twee prachtige momenten om naar uit te zien:
de opname van de gemeente en Zijn verschijning mét ons.
We willen kijken naar het leven van David, zijn kroning, zijn overwinningen, zijn verwerping,
het gezelschap dat altijd bij hem wil blijven, en zijn uiteindelijke koningschap.
Maar ook naar enkele nakomelingen, om tenslotte uit te komen bij de ware Zoon van David.
In Davids leven leren we heel veel over het huidige én toekomstige koningschap van de Heer Jezus.
Dat hoort elke christen diep te raken.