Het huidige Israël

In een sterk polariserende wereld staan ook christenen helaas soms ver uit elkaar, momenteel vooral over Israël! Elk standpunt roept scherpe reacties op, voorzien van Bijbelteksten.
Wat is onze passende houding?

Mijn volk Israël

God belooft Abraham een groot nageslacht, dat zal wonen in een duidelijk afgebakend gebied.1 Dát volk Israël noemt Hij “Mijn volk”.2 Hij bevrijdt het uit Egypte, leidt het door de woestijn, en brengt het in het land Kanaän.
Bij dát volk wil Hij wonen, eerst in de tabernakel, daarna in de tempel in Jeruzalem.

Desondanks vertoont Israël een sterke neiging om de goden van de omringende volken te dienen. Het gebeurt zelfs al vóórdat Mozes met de wet van God van de berg Sinaï bij hen was gekomen.3
God stuurt profeet na profeet om hen te wijzen op de grote zonden van de afgoderij en de hoererij, zodat het volk zich zou bekeren en terugkeren tot hun God. Maar tevergeefs.
Soms moet een profeet zijn boodschap ook nog uitbeelden.

Huwelijk

De profeet Hosea krijgt waarschijnlijk de zwaarste opdracht die een vroom profeet moet uitvoeren: “Ga! Neem voor u een vrouw van de hoererijen en kinderen van de hoererijen”.4 Hij moet een vrouw trouwen die bekend staat als hoer, maar ook na haar huwelijk kinderen zal baren die verwekt zijn door een ander. Hosea blijkt alleen de vader te zijn van Jizreël.5
Door Hosea’s huwelijk met Gomer wil God Zijn relatie met Israël uitbeelden. Israël is namelijk die overspelige vrouw, sinds de verlossing uit Egypte en het (huwelijks)verbond bij Sinaï. Zij heeft veel minnaars gehad.
Ten tijde van Hosea gaat de liefde van het tienstammenrijk Efraïm uit naar Assur.6 Daarom toont God in de namen van de kinderen dat Zijn relatie met Efraïm zal veranderen: Lo-Ruchama (“niet ontfermen”)7 en Lo-Ammi (“niet-Mijn volk”)8.
Efraïm zal in ballingschap gaan naar Assur.

Het tweestammenrijk Juda krijgt een iets andere behandeling,9 maar het gedrag is niet veel beter dan dat van Efraïm. Juda wordt enige tijd later voor 70 jaren naar Babel verbannen. Hierbij worden de stad Jeruzalem en de tempel verwoest.
Dáár laat God weten dat Hij Israël al in Egypte wilde verdelgen vanwege afgoderij, maar het niet deed “ter wille van Mijn Naam”.10

Toch eindigt het laatste vers in het Hebreeuwse Oude Testament met de prachtige oproep van Kores, de Pers: “Wie er onder u ook maar tot al Zijn volk behoort – de Here, zijn God, zij met hem en laat hij optrekken”.11
God laat Zijn volk niet los waarmee Hij een huwelijksband heeft gesloten. Zo keert een relatief klein gezelschap terug onder Ezra en Nehemia, en mogen Jeruzalem en de tempel weer herbouwd worden.

Vrijgekocht

Hoe Hosea’s huwelijk verloopt na de geboorte van de kinderen weten we niet. Wél wordt duidelijk dat Gomer is weggegaan, want Hosea krijgt zijn tweede opdracht: “Ga opnieuw, bemin een vrouw die bemind wordt door haar levensgezel, maar overspel pleegt”.12
Moet Hosea weer een andere vrouw huwen, die ook bekend staat om haar overspel?
Nee, hij moet op zoek gaan naar Gomer, “zoals de Here de Israëlieten bemint”. God heeft immers ook geen ander volk verkozen na Israëls ontrouw?
Als Hosea haar vindt blijkt zij het eigendom van een ander te zijn. Hij kan haar vrijkopen voor de halve prijs van een slaaf, maar verplicht haar tot huisarrest.13

Deze tweede opdracht is opnieuw een illustratie, namelijk van de volgende fase van Gods relatie met Israël: “want de Israëlieten moeten veel dagen zonder koning en zonder vorst blijven, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod en afgodsbeelden”14.

Die volgende fase begint met de komst van Christus.
Onder het vierde wereldrijk Rome komt God in Christus naar hen toe, 'maar de Zijnen (Israël) hebben Hem niet aangenomen'.15 Na Zijn sterven aan het kruis scheurt de voorhang in de tempel van boven naar beneden.16 Daarmee verklaart God openlijk dat Zijn relatie met Israël is veranderd.
In het jaar 70 n.C. worden stad en tempel verwoest door de Romeinse commandant Titus. Israël heeft opnieuw geen mogelijkheid meer om God te offeren, maar dit keer voor veel dagen.
En die periode is nog steeds niet afgelopen.

Het tegenwoordige Jeruzalem

In Galatië komen de gelovigen uit de volken onder invloed van judaïsten, die hen de Joodse wet en besnijdenis willen opleggen. Paulus schrijft een pittige brief om het verschil uit te leggen tussen het evangelie van Christus en hun boodschap, dat hij een vals evangelie noemt.17
Hij tekent dit verschil heel scherp in de twee zonen van Abraham, één van de slavin en één van de vrije. Deze twee zonen wijzen op twee verbonden, op twee bergen, en op twee steden: het tegenwoordige Jeruzalem en het Jeruzalem dat boven is.18

Het tegenwoordige Jeruzalem komt overeen met Hagar en de berg Sinaï, “want dit is in slavernij met haar kinderen”.19 Dit is precies de status van Gomer, nadat Hosea haar had vrijgekocht.
Het Jeruzalem in de dagen van Paulus is in principe identiek met het Jeruzalem in onze tijd.
Ja, zelfs in de komende grote verdrukking noemt God het nog “Sodom en Egypte, waar ook hun Heer gekruisigd is”.20

- huisarrest

Tijdens het huisarrest zal Hosea niet tot Gomer komen,21 zoals God Israël niet openlijk als Zijn volk zal erkennen. God laat alle kenmerken los waardoor Israël zich onderscheidt van de andere volken (een koning uit het huis van David, en de offerdienst in de tempel), in de hoop dat Israël de kenmerken van de andere volken leert loslaten (de afgodendienst).22
Dit opvoedingstraject gaat slagen, want “daarna zullen de Israëlieten zich bekeren, en de Here, hun God, zoeken en David, hun koning. Zij zullen zich in diep ontzag tot de Here en Zijn goedheid wenden, in later tijd”.23
Dit wijst op de eindtijd, wanneer Israël klaar zal zijn om hun Messias te ontvangen.
Zo ver is het nog lang niet.

- 7 oktober 2023

Israël heeft zojuist zeven dagen lang het Loofhuttenfeest gevierd, en op 6 oktober afgesloten met Shemini Atzeret (“achtste vergadering”). Deze dag verwijst naar de achtste en laatste dag.24 Het is niet alleen het einde van het Loofhuttenfeest en de hele jaarlijkse feestcyclus, maar ook het nieuwe begin van de volgende feestcyclus.
Volgens de Joodse traditie zal de volgende dag Simchat Torah (“vreugde van de wet”) gevierd worden.

In datzelfde weekend wordt ergens in de woestijn, iets ten oosten van de Gazastrook een feest georganiseerd rond het thema “vriendschap, liefde en vrijheid”. Vanuit heel Israël zijn zo'n 4000 voornamelijk jonge mensen bij elkaar, om te dansen met occulte muziek uit Brazilië en India, in aanwezigheid van een groot boeddha beeld.

Dit herinnert aan de profeet Habakuk, die waarschijnlijk iets later leeft dan Hosea. Hij maakt zich grote zorgen over zijn goddeloze volksgenoten en bidt: “Here, hoe lang roep ik om hulp … Daarom verliest de wet zijn kracht”.25 God antwoordt hem dat Hij in de Chaldeeën (Babyloniërs) een uitstekend instrument heeft gevonden om Zijn volk te corrigeren.26 Habakuk schrikt, want dat is niet de bedoeling. Hij roept dan ook: “maar die zijn nog veel goddelozer!”.27
Het leert hem om uit te zien naar Gods antwoord. En dat komt, inclusief een heerlijke belofte!28 God houdt alles onder controle.

Zou er rond 6 oktober 2023 een vrome Jood van het type Habakuk geweest zijn, die iets vergelijkbaars heeft gebeden, omdat hij beseft dat het Loofhuttenfeest en dit goddeloze woestijnfeest onmogelijk samen kunnen gaan?
Dat is natuurlijk onbekend. Maar wat een schrik als de volgende dag de berichten komen over de inval van de nóg goddelozere Hamas op het feestterrein. Het blijkt het begin te worden van een escalerende oorlog tussen Israël en Hamas, elk met hun bondgenoten.
Israëls gedrag verschilt nog steeds in niets van de andere volken.

Toch is God aan het werk

Sinds 1948 is er wel iets veranderd. Israël mag weer een deel van het eigen land bewonen. Daarmee is Ezechiëls profetie deels in vervulling gegaan. Dorre beenderen zijn bij elkaar gekomen, “er kwamen pezen op, er kwam vlees op en Hij trok er een huid overheen, maar er was geen geest in hen”.29
In het door God beloofde land ligt weer een herkenbaar lichaam, maar zonder leven! Gods hand is zichtbaar in het ordenen van de volken die in de eindtijd een cruciale rol zullen vervullen, en daarin zal Israël centraal staan.

Nu is het wachten op de volgende fase, wanneer Gods Geest dit volk tot leven brengt en volledig zal herstellen tot een eenheid zonder afgoderij. Dan zal de Messias hun Koning zijn en zal God in Zijn heiligdom wonen.30

Deze lijn volgt Paulus ook in Romeinen 9 - 11 over Gods weg met Israël:

  1. God heeft Israël niet verstoten.
    Hét bewijs daarvoor is Paulus zelf, omdat hij als “Israëliet, uit het geslacht van Abraham, van de stam Benjamin” tot geloof is gekomen.31 Dat is de blijde boodschap die na de uitstorting van de Heilige Geest beschikbaar is, “eerst voor de Jood, en ook voor de Griek”.32
  2. Het andere deel van Israël valt onder verharding, totdat “de volheid van de volken bereikt is”.33 Op dat moment is de gemeente van God voltallig, en wordt zij opgenomen.
    Daarna zal God ook uit Israël een volheid tot geloof brengen.34 “Zó zal heel Israël behouden worden”.35
    “Ik zal zeggen tegen Lo-Ammi: U bent Mijn volk, en hij zal zeggen: Mijn God!”.36

Onze passende houding

Eén van de kenmerken van het werk van Gods Geest is het besef van eigen falen.
Israël zal straks inderdaad “zich schamen vanwege alles wat zij gedaan hebben”.37 Daarna kan God hen nog meer laten zien, en kan de nieuwe tempel gebouwd worden.

In deze tijd is “de behoudenis tot de volken gekomen, om hun jaloersheid op te wekken”.38 Het is dus de bedoeling dat Israëlieten zich bekeren als zij zien hoe rijk wij, gelovigen uit de volken, geworden zijn.
Echter: 1) al sinds de vroege kerk hebben met name ‘christenen’ hen vervolgd, en 2) in ons onderlinge gedrag is weinig dat hen jaloers zal maken.
Ook ons past dus schaamte en een nederige houding om hen het evangelie aan te bieden.

Meelezen

1
Genesis 15: 18
Op die dag sloot de Here een verbond met Abram, en zei: Aan uw nageslacht heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat
2
Exodus 3: 7
Ik heb duidelijk de onderdrukking van Mijn volk, dat in Egypte is, gezien
3
Exodus 32: 4
Aäron maakte er een gegoten kalf van, en zij zeiden: Dit is uw god, Israël, die u uit het land Egypte heeft gevoerd
4
Hosea 1: 2
5
Hosea 1: 3
zij werd zwanger en baarde hem een zoon
6
Hosea 8: 9
zij gingen naar Assur ... Efraïm zoekt hulp bij minnaars
7
Hosea 1: 6
8
Hosea 1: 9
9
Hosea 1: 7
Maar over het huis van Juda zal Ik Mij ontfermen, en Ik zal hen verlossen door de Here, hun God
10
Ezechiël 20: 8 - 10
11
2 Kronieken 36: 23
12
Hosea 3: 1
13
Hosea 3: 2 - 3
Toen kocht ik haar voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerst
14
Hosea 3: 4
15
Johannes 1: 11
16
Mattheüs 27: 51
17
Galaten 1: 7
een ander evangelie, en dat is geen evangelie
18
Galaten 4: 21 - 31
19
Galaten 4: 25
20
Openbaring 11: 8
21
Hosea 3: 3
u mag geen hoererij bedrijven; u mag geen andere man toebehoren, en ook ik zal niet bij u komen
22
Hosea 3: 4
de Israëlieten moeten veel dagen zonder koning en zonder vorst blijven, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod en afgodsbeelden
23
Hosea 3: 5
24
Leviticus 23: 39
U moet het feest van de Here zeven dagen lang vieren. Op de eerste dag is het rustdag en op de achtste dag is het rustdag
25
Habakuk 1: 1 - 4
26
Habakuk 1: 6
27
Habakuk 1: 13
28
Habakuk 2: 1 - 4
Ik ging op mijn wachtpost staan ...
Voorzeker, het visioen wacht nog op de vastgestelde tijd, aan het einde zal Hij het werkelijkheid maken.
29
Ezechiël 37: 1- 7
30
Ezechiël 37: 8 - 28
31
Romeinen 11: 1 - 5
32
Romeinen 1: 16
33
Romeinen 11: 25
34
Romeinen 11: 12
Als hun overtreding de rijkdom van de wereld is en hun verlies de rijkdom van de volken, hoeveel te meer hun volheid!
35
Romeinen 11: 26
36
Hosea 2: 22
37
Ezechiël 43: 11
38
Romeinen 11: 11