Het spreken in talen (kortweg: talen) neemt onder de genadegaven een aparte plaats in.
De Heer Jezus noemt het in Markus1.
Paulus geeft verschillende overzichten met (genade)gaven2, maar noemt talen
alleen in 1 Korinthe 123.
Bovendien wordt het als enige gave een teken genoemd4.
We proberen via enkele Bijbelplaatsen te achterhalen wat de bedoeling ervan zou kunnen zijn.
Het allereerste moment dat talen genoemd worden is wanneer God ze stuurt als oordeel aan
de mensheid vanwege de torenbouw in Babel5.
Zo ontstaan de verschillende volken met hun eigen taal.
Sommige bedieningen als profeet6 en prediker7 zijn er al vóór de zondvloed,
en die zijn er daarna ook altijd geweest.
Het spreken in talen gebruikt God opnieuw ten tijde van Jesaja8.
Opnieuw een verschil tussen talen en de andere bedieningen.
In Jesaja 28 neemt God het de ongelovige priesters en profeten van Israël kwalijk dat zij een
verbond met Egypte hebben gesloten, zodat Hij besluit om tot hen te gaan spreken door middel van Assur.
God gebruikt Assur als een scheermes9, een roede10, een bijl en een zaag11,
maar nu wordt Assur ook Zijn spreekbuis. En dat is ontluisterend!
Deze ongelovige leiders zijn immers trots op hún godsdienst en hún tempel in Jeruzalem.
Die hoogmoed wordt zeer effectief aangepakt wanneer hún God Zich bedient van een onverstaanbare taal.
God wil Zijn volk kennelijk herinneren aan de hoogmoed destijds in Babel12.
De Heer Jezus noemt het spreken in talen één keer.
Uit het verband in Markus 16 blijkt dat Hij de elf apostelen ongeloof en hardheid van hart
verwijt omdat zij de berichten niet geloofden van hen die Hem hadden gezien
nadat Hij was opgewekt13.
Het eerste bericht kwam van Maria Magdalene14, daarna van twee anderen15.
Ondanks hun ongeloof krijgen zij de opdracht om het evangelie in de hele wereld te prediken.
Daarna volgen de bekende woorden over geloof en doop, bestemd voor de hoorders van de prediking.
Maar voor wie zijn de woorden van vers 17 en 1816 bestemd?
Misschien ook wel voor de hoorders, maar in ieder geval voor de predikers zélf!
Nadat de Heer hen hun óngeloof heeft verweten, zegent Hij hun gelóóf (hoe klein ook!) door
tekenen die zullen volgen.
Vier van de vijf genoemde tekenen worden in Handelingen beschreven, behalve het drinken van iets dodelijks.
Er zijn drie voorbeelden van het spreken in talen in het boek Handelingen:
In dit hoofdstuk vergelijkt Paulus het spreken in talen met profetie.
Zie Talen en profetie voor
een toelichting, met als conclusie dat talen vooral bedoeld lijken te zijn om Joden
te overtuigen dat het evangelie ook voor niet-Joden bestemd is.
In het Oude Testament gebruikt God het spreken in talen als een oordeel.
In het Nieuwe Testament hoort dat er ook bij, maar het is vooral zegen:
God laat Zich aanbidden in elke taal!
De Jood kan daaruit twee dingen opmaken:
Het koninkrijk breidt zich uit vanuit Jeruzalem over de hele wereld.
Het teken van de talen begint in Jeruzalem, daarna in Joppe, en vervolgens ook in Efeze.
Volgens bovenstaande gegevens uit de Bijbel vervult talen kennelijk een taak voor niet-Joden
op plaatsen waar mensen voor het eerst kennis maken met het evangelie.
Vraag
Ik hoor wel eens iemand zeggen dat zij regelmatig in tongentaal bidt.
Wat is het nut daarvan? God begrijpt mij in mijn eigen taal toch ook heel goed?
Antwoord
Je hebt helemaal gelijk. Als je bidt dan doe je dat gewoon in je eigen taal.
Bidden in tongentaal gebeurt vanuit de gedachte dat je daarmee jezelf opbouwt23,
alsof het een eigenschap van talen zou zijn.
Soms wordt het zelfs in de binnenkamer gebruikt als een soort 'opladen' van jezelf.
Dat berust op een misverstand, want dat bedoelt Paulus niet.
Hij vergelijkt alleen het nut van talen met het nut van profetie in de samenkomst van de gemeente.
Dan is de conclusie helder: wie profeteert bouwt de gemeente op, maar wie in talen spreekt alleen
zichzelf.
Het is juist een ontmoediging in plaats van een aansporing.
Vraag
Wanneer houden talen op?24
Antwoord
Profetie en kennis gaan te niet wanneer het volmaakte komt.
Zie daarvoor Het volmaakte.
Talen zullen ophouden. Meer wordt niet gezegd.
Het kan zijn dat God nog steeds iemand (een Jood) ziet die hiermee overtuigd kan worden.
God is uiteraard vrij om elk teken op elk moment in elke plaats te gebruiken om het geweten
van iemand te raken.
Tot zover een beknopte, maar eerlijke zoektocht naar de betekenis van talen. Dit is geen eenvoudig onderwerp, en er zijn veel verschillende gedachten over.