Als ik Kolosse 3: 5 goed begrijp slaat afgoderij m.i. alleen terug op hebzucht, en niet op de andere dingen1.
Ik heb ergens de volgende omschrijving gelezen van afgoderij: het is alles wat tussen jou en God in staat.
Klopt dat?
De gelovigen in Thessalonika hadden zich van de afgoden tot God bekeerd2.
Als ik dat op mezelf wil toepassen, moet ik dan mijn afgoden zoeken in hobby, sport, vakantie,
of iets waar je sterk naar verlangt?
Afgoden komen in de Bijbel voor vanaf het begin. Het gaat dan om afbeeldingen van mensen of dieren die de plaats van God innemen3. Dat gebeurt niet alleen onder de volken maar ook in Israël4. Paulus maakt zijn zendingsreizen in een wereld vol Griekse en Romeinse afgoden. Ook van hen zijn veel tempels en beelden gemaakt. Athene stond er vol mee5 en dat zal in Thessalonika niet veel anders geweest zijn. De christenen in Thessalonika hebben zich van deze afgoden afgekeerd om God te gaan dienen.
Nu kunnen wij ons inderdaad afvragen wat de informatie in (vooral) het Nieuwe Testament ons wil leren.
Wij kennen zulke beelden immers niet?
Kolosse 3: 5 helpt ons daarbij, want het is één van de weinige teksten waar afgoderij niet slaat op afgodsbeelden,
maar op andere zaken. Vergelijk ook Efeze 5: 56.
Laten we Kolosse 3: 5 eerst iets nauwkeuriger bekijken:
Dat brengt ons bij de vraag wat afgoderij eigenlijk is.
Een afgodendienaar (letterlijk: een huurling van afgoden) pleegt afgoderij (letterlijk: in dienst van afgoden).
Achter de afgoden gaan demonen schuil11.
Hét kenmerk van een afgod is: het neemt de plaats van God in.
Zodra mensen dit doen zullen zij de gevolgen merken:
God geeft hen over aan onreinheid volgens hun eigen begeerten. Waar leidt dat toe?
Niet tot leugen, diefstal of moord, maar tot het onteren van hun lichamen onder elkaar12!
Afgoderij leidt dus tot moreel kwaad.
Het was dan ook volop te vinden bij afgodstempels, en raakte uiteindelijk verweven met het hele
maatschappelijke leven.
En dat is vandaag nog steeds zo.
Het evangelie zorgt voor een enorme verandering. Dat gaat echter niet vanzelf.
Zelfs in Thessalonika, waar de christenen zich duidelijk van de afgoden hadden bekeerd,
moet Paulus benadrukken dat het echt afgelopen moet zijn met begerige
hartstochten die over de grenzen van het huwelijk gaan13.
Dit is het terrein van de afgoderij.
Dit onderwijs komt dan ook in elke brief terug omdat het hard nodig is!
Er kunnen veel dingen tussen God en mij instaan.
Denk aan sport, werk, hobby, vakantie, e.d., maar dat is daarmee nog geen afgoderij.
Sport is zelfs een beetje nuttig14.
Op deze punten kunnen we inderdaad doorslaan en dat zal effect hebben op ons geestelijk leven,
maar daar moeten we elkaar gewoon op aanspreken.
Het is goed om daar ontspannen mee om te gaan, zeker in een maatschappij met veel zittend werk.
Boze verlangens vallen dus onder moreel kwaad, maar er zijn ook goede verlangens: